Unieke handgemaakte uitgave van een in harmonicavorm gevouwen kunstboek verpakt in een luxe geschenkdoos.
Samenvatting:
Trijntje Fop was het pseudoniem van Kees Stip (1913-2001). Hij debuteerde met de in 1943 – buiten zijn medeweten en zonder zijn naam – clandestien uitgegeven bundel Dieuwertje Diekema, een parodie op Maria Lécina van J.W.F. Werumeus Buning. In december 1949 volgde Vijf variaties op een misverstand waarin de geschiedenis van Pyramus en Thisbe uit de Metamorphosen van Ovidius opnieuw wordt berijmd in de trant van J.H. Speenhoff, Jan Prins, Martinus Nijhoff, Herman Gorter en Joost van de Vondel. Vanaf oktober 1952 tot 1964 schreef hij voor de Volkskrant, en daarna tot eind 1981 voor diverse dag- en weekbladen, elke week een gedicht van meestal zes regels met een dier in de hoofdrol. Een selectie uit die meer dan 3.000 verzen verscheen in 1988 onder de titel Het grote beestenfeest. Zijn laatste boek was Geen punt (1998), een bundel met aforismen, herinneringen, (zeer korte) verhalen, en gedichten. Dit boekje maakt deel uit van de Trijntje Fop Serie.
De tien gedichten in deze uitgave zijn gekozen uit de afdeling ‘Het Grote Beestenfeest’ van Lachen in een leeuw, met uitzondering van ‘Op een pijlstaartvlinder’ dat afkomstig is uit Hij dicht zo licht (1996).
Illustrator: Olivia Ettema (1962).
Olivia Ettema is illustrator en beeldend kunstenaar. Zij illustreert boeken, zij exposeert en zij is vaste medewerker van o.a. De Groene Amsterdammer.
Dick Welsink (1953).
Dick Welsink was conservator bij het Literatuurmuseum te ’s-Gravenhage. In 1993 bezorgde hij de verzamelde gedichten van Kees Stip, Lachen in een leeuw.
Vormgever: Deirdre Roovers (1957).
Deirdre Roovers is freelance vormgeefster. Zij was jarenlang werkzaam bij het Theater Instituut.
Samensteller: Bob Polak (1947).
Bob Polak is schrijver-publicist. Hij bedenkt MatchBoox en produceert ze.